Aubergine is niet heel erg populair in de keuken. Door de taaie structuur is de groente lastig te bereiden en de smaak is ook niet alom geliefd, zeker niet bij kinderen. Toch zijn er minstens drie redenen om ze vaker op tafel te zetten:
- Aubergine bevat vitamine C en zit bomvol antioxidanten. Dat is goed voor ons immuunsysteem en dat is altijd welkom, zeker in het najaar. Antioxidanten beschermen onze weefsels en DNA tegen vrije radicalen (agressieve stoffen die op lange termijn hart- en vaatziekten, schade aan het zenuwstelsel en zelfs kanker kunnen veroorzaken) en ze hebben een gunstig effect op het geheugen en de cognitieve functies.
- Aubergine bevat calcium, net als koemelk bijvoorbeeld. Dat hebben we nodig voor gezonde botten en een sterk gebit. Dit mineraal draagt ook bij aan de goede werking van zenuwen en spieren en het transport van andere mineralen in het lichaam. Naast calcium bevatten aubergines ook foliumzuur, magnesium en ijzer, allemaal nodig om goed en energiek te kunnen functioneren.
- Aubergine is rijk aan vezels. Die dragen bij aan een goede darmgezondheid, geven een verzadigd gevoel en houden de bloedsuikerspiegel stabiel. Dat laatste voorkomt de bekende suikerpiek die ze na het eten laat stuiteren en daarna inkakken.
Ben je na het lezen van deze voordelen van plan om aubergine vaker op het menu te zetten? In ons kookboek ‘Om op te eten’ delen we meerdere succesrecepten waar aubergine in is verwerkt. Van groentehapjes voor peuters tot volwaardige maaltijden waar het hele gezin van kan genieten. Wanneer je het boek via onze website bestelt, krijg je de hele maand oktober €5,- korting!