Moeke vindt het niet op haar weg liggen om zich in het politieke debat te mengen. Maar er is één onderwerp waar wij moeilijk aan voorbij kunnen: een gezonde voedselomgeving. De agro-industrie, de voedingsindustrie, de horeca en de supermarkten, ze zijn er allemaal ver van verwijderd geraakt en daar moet echt wat aan gebeuren!
In haar column in de Volkskrant van 19 juni jl. veegt Marcia Luyten de stalvloer aan met de romantische beelden van het boerenleven dat de agro-industrie en de BBB ons voorhouden. “Bij het sentimentele verhaal over boeren van overgrootvader op grootvader op vader op zoon, wordt niet verteld dat (over)grootvader nog boer met de natuur was en de zoon is verworden tot een pion in een kil industrieel proces op boerderijen zonder land met beesten die ademen, eten en schijten, maar geen leven hebben”.
Maar er is perspectief: “De boer kan slim boeren, met gebruik van de krachten van de natuur – het complexe web van bodemleven vol schimmels, bacteriën en wormen – in plaats van die te doden, om daarna dure kunstmest te strooien. Zijn kosten dalen dramatisch als hij geen ontwormingsmiddelen, antibiotica, krachtvoer, kunstmest en pesticide hoeft te kopen. Dat is domme industrie versus kiene bedrijfsvoering”.
Bioloog Thomas Oudman zet het bondig en compleet op een rijtje in Uit de shit, het net verschenen pamflet van de Correspondent. Hoe dat er in de werkelijkheid uitziet beschreven we al in ons blog van 10 juni over de ondernemende tweelingbroers Josh en Will die hun agrarische toekomst in eigen hand hebben genomen.
De agro-industrie en hun zetbazen voeren een achterhoedegevecht. Met Marcia Luyten zeggen wij: de toekomst is aan echte boeren!
